Ik ben nog lang niet toe
aan koude regen in m’n gezicht.
Ik ben nog zo gehecht aan zon
die de wijde wereld verlicht.
M’n handen aarzelen ’s ochtends
bij de plank met lange broeken.
Alsof ik niet weet waar het comfort
in die strakke cocon te zoeken.
Ik wil nog geen kin diep in m’n sjaal
geen kaarsjes vroeg tot laat.
M’n spieren willen nog niet aanspannen
als de kou venijnig toeslaat.
Ik wil niet in de spiegel kijken
en m’n huid weer zien verbleken.
Ik wil geen ramen, deuren dicht
de kans op buiten zitten verkeken.
Ik weet het, ik mag niet klagen
het kan veel erger, het is nuttig enzo.
Maar doe mij nog heel eventjes dan
een zomerse toegift cadeau.
(september 2019)
Het gevoel van de naderende herfst.Weemoed naar een voorbij gevlogen zomer.Mooi weer gegeven.
LikeLike
Dat is precies wat ik bedoel. Dankjewel Peter!
LikeLike