Ik herken haar eerst niet
tegenover me in de trein.
Ze draagt een grote zonnebril
kijkt of ze ergens anders wil zijn.
Dan groet ze me, begint te praten
ik kijk haar verbaasd aan.
Ze zegt: ja sorry, ik zie er niet uit
was te laat, heb geen make up op gedaan.
Ze doet eindelijk haar zonnebril af
ik hou m’n adem in, een kort moment.
Ik voel me lelijk en naakt, zegt ze
ik frons, vist ze naar een compliment?
Haar gezicht vormt zo’n prachtig geheel
het is zacht en stralend tegelijk.
Ogen en mond spreken voor zich
als een fascinerend schilderij.
Ik zeg nog verbijsterd voor ze uitstapt
ik vind je mooier zonder make up.
Maar ik zie dat ze me niet gelooft
ze vertrouwt al jaren op haar opsmuk.
Ze had gelijk, mijn woorden
beschreven maar de halve waarheid.
Ik zat zojuist tegenover
een natuurlijke schoonheid.
(april 2019)
